1. De verwachting
Zet een aantal stippen op een vel papier. Dit zijn de stippen van verwachting, de punten die je bereiken wil, de momenten van vreugde. De punten zijn je verlangen voor dit komende jaar.
Trek dan lijnen van die stippen naar elkaar. Welke ‘tekening’ ontstaat daar? Welke vragen komen bij je op? Hoe nu verder?
2. Niet alleen
Als iets dit komende jaar zal kenmerken is dat je niet alleen zult zijn. Wilt zijn. Omdat deze tijd, de afgelopen jaren, jou heeft laten zien dat alleen-zijn ons uit elkaar heeft gehaald. Dat jouw ‘ik’ zonder de ‘ander’ een onmenselijke samenleving heeft gebracht.
‘We can seize this opportunity, or we can squander it and let it pass us by. I hope it is the former. I feel there is a readiness for that, despite what we are led to believe. I have a hope that, in time, we can come together, even though, right now, we could not be further apart.’ - Nick Cave - Faith, Hope and Carnage
3. De wonden aanraken
In zijn boek ‘Raak de wonden’ vertelt schrijver, filosoof en priester Tomáš Halík het oeroude verhaal van zijn naamgenoot, Tomas, of zoals wij hem zijn gaan kennen: de Ongelovige Tomas. Deze Tomas, ook wel Judas Thomas Didymus genoemd, is de vleesgeworden teleurstelling dat het verhaal van zijn leider, ene Jezus zo desastreus is geëindigd. Alles weg. Verhalen, hoop, toekomst. De volgers van Jezus allemaal ondergedoken uit angst ook opgepakt te worden, wat is er nog over van dat nieuwe koninkrijk dan? Dan komt hem het verhaal ter ore dat Jezus leeft, sterker nog, is opgestaan uit de dood. Tomas gelooft het niet. ‘Eerst die wonden zien’, zegt hij, ‘en mijn vingers erin steken, dan pas geloof ik het.’ Die uitspraken maken dat deze Tomas de geschiedenis is ingegaan als de ongelovige, de Ongelovige Tomas. Een smaad. Een loser. Iemand die er niet voor gáát als het er op aan komt. Aan zo’n ‘volger’ heb je niets.
Tomáš Halík geeft dan een draai aan dit verhaal. Had die bijbelse Tomas eigenlijk geen gelijk? Gaat het niet om eerst de wonden aan te raken, om dan pas te geloven? En is geloven dan niet in beweging komen, actie ondernemen? Is de omslag in het denken en handelen niet veel meer een omslag omdat je het gewoon gezien hebt? Er niet meer omheen kunt?
Tomáš Halík is in zijn leven veel plekken van lijden gezien: Ground Zero in New York, Hiroshima in Japan, de concentratiekampen van nazi’s en communisten. Hij noemt die plekken ‘het Golgotha van deze tijd’. Maar dan schrijft hij: ‘Er is één plek die ik nooit meer zal vergeten. Een plek van lijden en grote schaamte. Een plek waar je het liefst snel weer wil vertrekken. Het is een weeshuis in Madras. In de bedjes, die aan kippenhokken deden denken, lagen eenzame kinderen met opgeblazen buikjes van de honger. Er lagen kleine skeletjes, met alleen een zwarte, vaak ontstoken huid eromheen. In de eindeloze gangen keken hun koortsige ogen mij van alle kanten aan en staken ze hun handen naar mij uit. De lucht die er hing, benam me de adem. Deze stank van onmacht en een brandend gevoel van schaamte verstikten mij. Dat gevoel heb je meestal als je met een gezonde huid, een gevulde maag, een schoon bed en een dak boven je hoofd naar lijdende mensen kijkt. Ik wilde zo snel mogelijk laf daarvandaan vluchten (en niet alleen daarvandaan), mijn ogen sluiten, mijn hart op slot doen en dit vergeten.
Maar op dat moment kwamen deze woorden in mij naar boven: Raak de wonden aan!
4. De ander
Misschien is de vraag ‘hoe nu verder?’ vooral een vraag hoe we de wonden van de wereld om ons heen zien. De wonden van de ander, de wonden van de planeet, de wonden van ons als heel verhaal.
Misschien is ons verder gaan vooral de wonden eerst werkelijk aan te raken om dan pas te geloven.
De verdwaalde mens, zoekende naar betekenis en bevestiging, keert zich naar binnen om daar de eigen heilige graal te vinden, maar raakt ook verdwaald in de eigen oneindige gangen van het zelf. In dat oude verhaal over de ridder Parcifal was het al niet anders. Deze ridder had — net als alle andere ridders — de opdracht de heilige graal te vinden, en stuitte op een dag op een optocht waarin die Graal werd meegedragen. Vooraan de optocht de droeve koning, zwaar van het leven, moe in de benen, grijs van haar. Parcifal zag de Graal, maar dorst niets te zeggen of te vragen. De optocht gaat voorbij en Parcifal blijft met lege handen achter. Gelukkig krijgt hij een tweede kans op zijn eindeloze zoektocht en opnieuw stuit hij dan op deze vreemde optocht met de droeve koning. Nu, en nu alleen, weet hij wat hij moet doen om de Graal te bemachtigen. Met een barmhartig hart vraagt hij aan de koning: waar lijdt u aan?
Dit omzien naar iemand anders, het begrip van het lijden van de ander, maakt dat de eigen weg in het leven gevonden wordt. Niet via het zoeken naar het zelf, maar naar het vinden van de mens naast je.
5. De vertroostingen
Die aanblik van de ander is het kernthema in het nieuwe boek van Dirk de Wachter, ‘Vertroostingen’, een boek dat begint bij het constateren van zijn eigen ziekte, de kanker, om dan uit te wijden over de vele vormen van troost die we zo nodig hebben. De troost bij de ander. De troost van het kleine goede. De troost van de rituelen. De troost van het samenzijn. De troost in de filosofie. En ga zo maar door. Dirk de Wachter kan zijn reis met zijn ziekte zo treffend omlijsten met die alomtegenwoordige behoefte aan troost. Zoals zijn ontmoeting met die verpleger op de intensive care. ‘Die man passeerde mij maar één dag en één nacht in mijn leven, maar ik zie hem nog altijd voor mij. Zijn aanwezigheid, zijn geëngageerde aanwezigheid maakte die dag en die nacht het verschil. Dat was de kern: er willen zijn voor iemand. Hij waste me en hoe ongemakkelijk ik dat normaal zou vinden, zo verrassend troostend was het om me aan die complete machteloosheid te kunnen overgeven.’
Dat is de basis van troost schrijft Dirk de Wachter hier. Niet vanuit de eigen stelling de ander zien of bestoken met een mening, of nog erger, maar de ander ontmoeten. Niet vanachter een fotolens zoals ik dat zo ongelukkig deed in Cambodja, maar door naast de ander te gaan zitten. In het ook niet-weten, want hoe zou ik iets over het leven van de oude vrouw weten, maar door mij over te geven aan het moment. Niet de professional zijn die een opdracht heeft een documentaire te maken, maar door mens te zijn met de andere mens. ‘Aanraking. De nabijheid van de mens. Menselijke verhalen, menselijke aanraking, menselijke nabijheid. Nadien is een volgende stap nodig. Die van de literatuur, de kunst en de schoonheid. Er bestaat veel. Maar bij het begin gaat het over die eerste vraag: is er iemand?’
De andere mens is tegenover schrijft Dirk de Wachter waar we troost uitputten. Troost in vinden. Maar in wederkerigheid. Prachtig is zijn ontmoeting in het ziekenhuis met een poetsvrouw, zoals hij dat noemt. Als hij diep ongelukkig en verschrikkelijk eenzaam in zijn ziekenhuisbed ligt, komt zij binnen. ‘Mag ik met u spreken? hebt u even tijd? Mag ik u iets vertellen? Ze excuseerde zich. Ze vroeg if i could speak English. Poetsvrouwen in ziekenhuizen komen uit verre streken. We praatten en zij begon haar verhaal te vertellen. (…) De woorden en zinnen die ze gebruikte waren heel eenvoudig. Het waren gewone woorden. ik luisterde en wat ze zei, bracht een soort rust over me. Iemand sprak met me. Niet meer dan dat. Maar iemand zag me, zij, die dame uit Tibet, met haar bezem in haar hand. Dan verontschuldigde ze zich omdat door dat vertellen niet tot poetsen was gekomen. Dat geeft niet, zei ik, duid op uw blad maar aan dat u wel poetste. Dank u wel. Dank u wel. Dank u wel dat u met mij gesproken heeft. Ik had het nodig. Ik heb er veel aan gehad.’
Het is de troost van het kleine goede schrijft Dirk de Wachter verderop in zijn boek. ‘Als iets troost is, dan is het dat kleine goede dat dicht bij vriendelijkheid zit. Het is de mens die er voor u is. De mens die iets voor u doet. Iets kleins. Iets onschuldigs. Iets dat vermoedelijk geen moeite kost en dat zomaar, met een knippering van het oog, aan de aandacht zou kunnen ontsnappen.’
6. Hoe nu verder?
Stel je dan eens de vraag hoe je het komende jaar verder wilt? Neem de tijd, overdenk, mediteer, wees stil, luister, schrijf en zet de lijnen uit.
‘Time is everlasting
May peace be a long blessing
Mercy on me, my nature and spirit
May you and I forever be one…’
— Laozi
De vraag voor de volgende keer: Is er voldoende tijd?
Het Kloppend Archief is vooral bedoeld om jou zelf aan het denken te zetten, andere richtingen te ontdekken, zijpaden in te slaan en te helpen om op andere gedachten te komen.
Ron van Es — Het Kloppend Archief
Monique en ik zitten op Sicilie met onze kinderen. We hebben grote keuzen gemaakt en zijn een jaar geleden vertrokken. Via 5 maanden Tanzania nu dan hier. We zitten heerlijk in korte broek in de ochtendzon. Er is stilte en ruimte om te delen, te praten. Waar we over spreken is bijna geheel over deze blog te leggen. Dat lees ik pas na ons gesprek. Vooral het aspect 'ongelovige Thomas' spreekt mij aan. Hoe zijn aandeel eerst werd geinterpreteerd en hoe de andere Thomas er een andere kijk op heeft gedeeld.
Omdat wij nu uit een systeem zijn gestapt waarin we niet meer geloven zijn we zoekende naar iets nieuws. En op dit moment zien we dingen en voelen we ons ongemakkelijk en denken we dat we hier niet moeten zijn. We willen weglopen. We hebben onszelf dan ook de vraag gesteld: kunnen (of willen) we het aankijken in onszelf. Willen we de verbinding aangaan hier? Willen we dat zelf doen? En als we dat samen doen, met wie? Of doen we het al samen want we zijn met zijn vieren!